In 1974, toen Philips de 541 en 544 MFB boxen op de markt bracht, was het belangrijk om wereldwijd alle Nationale Organisaties (lokale Philips hoofdkantoren) over te halen om deze nieuwe producten in het assortiment op te nemen. Je zou zeggen dat dit door Het Concern in Eindhoven simpelweg opgelegd kon worden, maar dat was allerminst het geval. Door allerlei diplomatieke, commerciële en soms ook politieke omstandigheden kon het vrij lastig zijn om een Nationale Organisatie voor je te winnen. Een van die Nationale Organisaties in dit geval, was Zweden. Zweden was een belangrijke partij voor Het Concern in Eindhoven. De grote DUX fabriek in Norrköping was een omvangrijke faciliteit waar op grote schaal Hi-Fi apparatuur werd geproduceerd. In tegenstelling tot de overige Nationale Organisaties, werden in Zweden ook apparaten ontworpen door eigen Philips/Dux ontwerpers. Deze toestellen, zoals de 66RH829 en de TAPC 66RH891 hadden een eigenzinnig uiterlijk dat sterk leek op de oude Bang & Olufsen apparatuur. Typisch Scandinavische vormgeving.
Te klein
Toen “Eindhoven” in Zweden de 544 presenteerde en voorstelde om die op de Zweedse markt aan te bieden, werd hier afwijzend op gereageerd. De Zweden zagen niets in zo’n klein boxje; de degelijke Scandinavische bevolking was daar volgens hen niet voor te porren. Men was grotere boxen gewend; Jamo had modellen met 26, 30 en zelfs 38cm woofers dus waarom zou je als Philips met zo’n klein 20cm woofertje aankomen? En dan ook nog in een kastje dat amper meer inhoud had dan een pak melk? Zweden wilde gerust Motional Feedback gaan verkopen, maar dan moest de box wel wat groter worden… Tja, er zat voor het Eindhovense team dus weinig op; er moest een groter model MFB box bij komen om die eigenwijze Zweden een plezier te doen.
Om de ontwikkelingskosten zo laag mogelijk te houden, werd als basis gekozen voor de reeds bestaande elektronica van de 544. Een tweeweg versterker met 40 Watt voor het laag en 20 Watt voor het midden en hoog, de laatste passief gefilterd. Zo ging het in de 544 prima en in zijn voorloper, de 532, ook. De 20cm woofer werd vervangen door zijn grote 26cm broer, de AD10100 die Philips toch al op de plank had liggen. Deze woofer werd voorzien van een MFB elementje en er werd in feite een opgepompte 544 gebouwd. Een iets grotere kast met hetzelfde principe – woofer onderin, tweeter op een beugel ervoor gemonteerd en bovenin de dome middentoner. Geheel in dezelfde huisstijl met een tweedelig jute front en een mooie balk met LED bovenin. De 544 deur werd achterin gehangen en voila, klaar is Philips!
Akoestisch compromis
Ja, cosmetisch ben je dan inderdaad klaar. Het technische aspect moest echter nog even worden afgerond. Bij de 544 was de terugkoppellus optimaal afgesteld om een rechte frequentiekarakteristiek te verkrijgen. Dit moest nu voor de 567 met die enorme woofer opnieuw worden aangepast. Wanneer we in de Service Manual kijken, zien we dat de terugkoppeling flink is opgeschroefd; waar voor de 544 bij 125Hz een spanning van 125mV moet worden gemeten over de woofer, is dit bij de 567 teruggebracht naar slechts 82mV. De grotere woofer met grotere kastinhoud heeft minder terugkoppeling nodig om de gewenste weergave te bereiken.
De grotere woofer betekende nog meer compromissen voor het Hi-Fi team en product manager Piet Gouw. In de 544 is de kleine 20cm woofer nog prima in staat om het lage middengebied weer te geven, zegmaar tussen de 250 en 500 Hz. Vanaf dat punt neemt de dome middentoner het hogere middengebied voor zijn rekening. Voor de grote 26cm woofer AD10100 is dit allemaal niet zo eenvoudig; in het gebied tot 100 Hz en rond 160 en 350Hz heeft deze nogal wat last van derde harmonischen die het geluid kunnen beïnvloeden. Daarnaast zorgt de grotere conusmassa (moving mass) ervoor dat de weergave in de hogere frequenties minder nauwkeurig is. De kleine AD8066 woofer in de 544 heeft van beide verschijnselen veel minder last. Deze omstandigheden geven de 567 echter wel zijn karakteristieke, eigen geluid dat door velen als aangenaam warm wordt ervaren. De kleuring die deze box in het lage gebied geeft ligt lekker in het gehoor, ook al is dat akoestisch niet correct.
Verkoop
Goed, de Zweden hadden hun zin dus je zou verwachten dat die grote 567 MFB’s daar als warme broodjes over de toonbank gingen. Niets is helaas minder waar. Er werden optimistisch grote series besteld, maar goede verkoop bleef uit. Ook in Amerika, waar de 567 heen werd geëxporteerd, sloeg het model niet aan. Eindhoven bleef zitten met geproduceerde partijen die niet werden afgenomen of zelfs retouren die in het buitenland niet verkocht werden. Dit is de reden waarom in Nederland vrij veel 567’s te vinden zijn; ze werden uiteindelijk meestal via de personeelswinkels met grote kortingen verkocht.
Voordat die uit het buitenland retour gekomen boxen in Nederland werden verkocht, moesten ze vaak eerst worden aangepast. Elk land heeft zijn eigen normen en keurmerken, maar ook stopcontacten en netspanning kunnen variëren. Speciaal voor dit doel had Philips een speciale afdeling waar ombouw-werkzaamheden werden uitgevoerd. Regelmatig duiken apparaten op waaraan te zien is dat ze door deze afdeling onder handen zijn genomen; zo ook een set 22AH567/44R die ik onlangs onder handen mocht nemen.
Naar Amerika en terug
Deze set 22AH567 /44R is oorspronkelijk geproduceerd voor verkoop in de Verenigde Staten. Alle kenmerken hiervoor zijn aanwezig:
- De opgedrukte netspanning: 117 volt, 60 Hz
- Grote, duidelijke waarschuwingsmededelingen op de achterzijde van de box
- Interessante, uitgebreide specificaties over de versterkers in de box
- Afwijkende glaszekeringen (6x30mm in plaats van 5x20mm) en de aanduiding SB wat staat voor “slow blow” (traag)
- De extra typesticker met FCC goedkeuring van Philips USA in Fort Wayne suggereert dat deze boxen daadwerkelijk in Amerika zijn geweest en toen zijn teruggestuurd. Dure grap!
De oorspronkelijke Amerikaanse uitvoering van de 567 had een netentree met los netsnoer en een power outlet om de volgende box aan te sluiten. Omdat hier in de zeefdruk ook uitgebreid staat aangegeven dat de box voor 117 Volt bedoeld is, heeft Philips een slimme truc verzonnen om dit hele circus in één keer aan het oog te onttrekken. Een simpel, zwart metalen plaatje wordt over het hele netentree-gedeelte geschroefd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de reeds aanwezige gaten die vrij zijn gekomen na verwijdering van de netentree en het Amerikaanse stopcontact. In het metalen plaatje zit één gat met een kabeldoorvoer-trekontlasting. Daar doorheen wordt een vast netsnoer gevoerd dat in de box wordt bevestigd en voila, deze box kan de Nederlandse markt op. Even de trafo-wikkelingen corrigeren (of de trafo vervangen?) en hup, een Nederlandse box is geboren.
Het interessante aan deze boxen is, dat ze maar liefst drie over elkaar heen geplakte serienummer-stickers hebben! Met wat voorzichtig gepeuter zijn alledrie de serienummers leesbaar te maken en ontstaat een interessante geschiedenis:
- Serienummer PL00732110585: Eerste versie, gebouwd in week 32 van 1977 (augustus)
- Serienummer PL00733010583: Zelfde versie, maar een week later opnieuw voorzien van een sticker
- Serienummer PL00901110251: Zelfde versie, maar anderhalf jaar later overgestickerd! Week 1, 1979.
- Serienummer 15946521 van Philips USA, fort Wayne, Indianapolis. Compleet afwijkend en geen logica in te ontdekken.
Waarom de eerste twee stickers een week na elkaar geplakt zijn, is me niet duidelijk. Mogelijk een herkeuring gehad of niet door de kwaliteitscontrole gekomen? De derde sticker, die uit 1979, is zeer opvallend; de box is dus na anderhalf jaar opnieuw voorzien van een serienummer! En niet alleen dat; op de eerdere sticker is duidelijk de tekst “Made in Holland” te zien terwijl op de laatste sticker “Made in Belgium” staat! Een gevalletje identiteitscrisis? Ik denk dat het anders in elkaar zit.
Deze box is oorspronkelijk in 1977 gebouwd met als doelmarkt Amerika. De boxen zijn ook daadwerkelijk verscheept en bij Philips USA aangekomen. Daar werden ze van een lokale Philips USA sticker voorzien (let op het totaal afwijkende serienummer dat daar op staat) maar niet verkocht. Mogelijk heeft Philips in Fort Wayne een hele stapel 567’s gehad en met Eindhoven geregeld dat de boxen terug mochten. Deze boxen, die gebouwd waren in de Eindhovense fabriek, kwamen vervolgens in België aan (Philips Leuven) alwaar de ombouw-afdeling klaar stond om deze B-stock om te bouwen naar Europese standaard. Hop, Amerikaanse stekkers eraf, metalen plaatje met Eurosnoer erop en een nieuwe typesticker met vermelding 220V 50 Hz. Dit alles is in de eerste week van 1979 gedaan, toen de nieuwe generatie MFB’s (585-586-587) al stonden te trappelen om de schappen in te gaan. De restpartij 567’s is toen onder andere via de Philips personeelswinkels met fikse kortingen verkocht, weg is weg. En nu, dertig jaar later, breken wij het hoofd over die roerige gang van zaken 🙂
wederom een schitterend verhaal, dat ook nog eens leest als een jongensboekje, top 😉
De perikelen met de N.O ’s kennen we al van de mooie vertelsels van “Meester” Piet.
Dit is dan ook op basis van door de Bovenmeester verstrekte info geschreven.
Leuk zo’n nageplozen stukje geschiedenis 🙂
Mooi verhaal Thomas
Thomas,
Mooi en interessant verhaal, en gebracht door een liefhebber.
Hallo Thomas,
Leuk wat achtergrond info. Ik heb nog weinig reactie gegeven op de site, maar ben al aardig ingelezen.was even mijn password kwijt.
Heb ook een paar 567 en 544 sinds een maand of zo. Toch wel voorkeur voor de 567, hoewel het midden en hoog van de 544 aangenamer zijn, net iets nieuwere types 211 vs 210 en 163 vs 140. Plannen om een 495 mbv dhcp motional te maken. Het motto van Marnix gaat wb de 495 niet op, die kan wel wat laag correctie gebruiken. De bruto maten zijn ook gelijk aan de 545.
Mijn atlas compacten met philips 12100 bas gaan wel lager als alle mfb’s die ik heb. Stoepen zal helpen denk ik, maar de uitgangs elko beperkt misschien ook wel.
Met een demanding fulltime baan zal het wel pas over 2jaar (65+) worden. Beetje onduidelijk voor mij hoe ik aan de dhcp printjes etc kom, via de platelogic site?
gr. Jan
Ps ik heb nog een origineel N4500 service manual
Knap artikel. Zelf ben ik bij het opruimen van een zolder van een recent overleden familie lid een set van dit speakers tegen gekomen. ze zijn in nagenoeg perfecte staat en doen het nog perfect. Het is een set van twee speakers inclusief een versterker/casettedeck/platenspeler/radio-combi. Mijn vraag aan u (die er duidelijk wat vanaf weet) is de volgende: wat voor een prijs kan men hier opplakken mocht men het door willen verkopen?
Dag Michiel, wat leuk dat je deze mooie installatie op zolder hebt gevonden. Inmiddels kun je in de webshop op deze site zien dat er in de afdeling occasions ook boxen worden verkocht die een zeer uitgebreide service beurt hebben gehad. Dat is na 35 jaar ook wel nodig, ook al lijken ze nog probleemloos te spelen. Wanneer je wilt weten wat ze in de huidige staat zouden opbrengen, dan raad ik je aan om de set eens op Marktplaats te zetten.